Geschiedenis Sourbrodt

Sourbrodt is een klein dorp in de gemeente Weismes, gelegen in de Belgische provincie Luik. Het dorp heeft een rijke geschiedenis en is vooral bekend vanwege zijn ligging aan de Vennbahn, een voormalige spoorlijn die nu als fiets- en wandelpad dient.

Stichting: Rond 1534 stichtte Johan Sourbroidt (of Sourbroit) een herberg aan de rand van het Averscheider Wald, langs de belangrijke handelsroute tussen Limburg en Luxemburg, de Via Mansuerisca. Deze herberg bevond zich op het grondgebied van het hertogdom Luxemburg, maar werd uitgebaat door de heren van Robertville, die op hun beurt afhankelijk waren van het vorstendom Stavelot-Malmedy. De herberg werd al snel populair en vormde de basis voor de ontwikkeling van het dorp.

Rondom de herberg werd een dichte haag en een aarden wal aangelegd, waardoor het gebied privé-eigendom werd. Dit leidde tot conflicten met de inwoners van het nabijgelegen Robertville, die het gebied eerder als weidegrond gebruikten. Zo ontstond een dorp dat maar liefst 222 jaar lang in conflict was met zijn buurman!

Gemeentevorming: Door de groei van de bevolking rond de herberg en de vestiging van nieuwe bewoners werd Sourbrodt in 1566 officieel erkend als zelfstandige gemeente. Dit markeerde een belangrijke stap in de ontwikkeling van het dorp, dat niet langer alleen afhankelijk was van de herberg, maar ook een eigen identiteit en bestuur begon te vormen. De naam “Sourbrot” verscheen op wegwijzers langs de handelsroute, wat de officiële erkenning van het dorp bevestigde.

In 1756 bakende keizerin Maria Theresia van Oostenrijk de respectieve grondgebieden af. Dit betekende dat Sourbrodt turf mocht blijven winnen in het gebied.

Wisselend bewind: De Via Mansuerisca wordt in 670 vermeld in een oorkonde van de Frankische koning Childerik II. De weg, aangelegd op een houten stellage die op het veen rust, vormde gedurende meer dan 1.000 jaar de grens tussen het abdijvorstendom Stavelot-Malmedy (dat Waimes en zijn gehuchten, evenals Robertville en Ovifat, omvatte) en het hertogdom Luxemburg in het oosten, met Faymonville en Sourbrodt.

Later kwam het hertogdom Luxemburg in handen van de Habsburgers, daarna de Spanjaarden en uiteindelijk de Oostenrijkers. De Franse veldtocht in de Nederlanden leidde in 1794 tot de bezetting van de Oostenrijkse Nederlanden en het Land van Luik.

Na de val van Napoleon in 1815 werd tijdens het Congres van Wenen beslist dat het hele gebied in Pruisisch bezit zou overgaan. De Belgische Revolutie van 1830 bracht geen verandering: net als de Duitstalige gemeenschappen bleef Waimes (samen met Malmedy) Pruisisch. Tot 1920 behoorde Sourbrodt tot het administratieve district Aken, binnen het district Malmedy in de Rijnprovincie.

De Vennbahn werd in 1882 aangelegd door de Pruisische staat om de regio beter te integreren in de nieuw verenigde Duitse staat. De spoorlijn diende om ijzererts en steenkool uit de mijnen van Aken zo snel en efficiënt mogelijk naar Luxemburg te vervoeren. In 1893 plande de Pruisische militaire administratie de oprichting van het militaire oefenterrein Elsenborn. Het station van Sourbrodt werd het laadstation voor de troepen die daar oefenden.

Bij de opening van de spoorlijn Malmedy-Monschau was het gehucht Sourbrodt niet meer dan een halte, op ongeveer één kilometer van de eerste huizen. Dat zou echter snel veranderen. In 1889, vier jaar nadat de eerste Vennbahn-trein in Sourbrodt arriveerde, kreeg het dorp een echt station. Dit stationsgebouw moest een pronkstuk van die tijd worden.

Geleidelijk aan vestigden zich tal van nijverheidsbedrijven in de regio. De bevolking van het vroeger zo afgelegen Sourbrodt groeide snel, en ook het aantal gastenverblijven nam toe (zie de geschiedenis van ons hotel). Soldaten van het kamp Elsenborn namen de “Vurige Elias”, een buurtspoorlijn, naar Sourbrodt om uit te gaan. Deze trein werd voornamelijk gebruikt voor het transport van haver, gerst en stro voor paarden, maar had ook passagierswagons. In de hoogtijdagen telde Sourbrodt meer dan twintig horecazaken.

Wereldoorlogen : Tijdens de Eerste Wereldoorlog vochten soldaten uit de streek onder het bevel van de Duitse keizer Wilhelm II, zowel aan het Westelijk Front tegen Frankrijk en België als aan het Oostelijk Front tegen het Russische Rijk. De Vennbahn vormde tijdens de oorlog een belangrijke aanvoerlijn voor Duitse soldaten en oorlogsmaterieel richting het front.

In 1919 kreeg België, krachtens het Verdrag van Versailles, het voormalige district Eupen-Malmedy—de zogenaamde Oostkantons—en de Vennbahn (ook op Duits grondgebied) als vergoeding voor de geleden oorlogsschade. Hierdoor kwam bijna het volledige Veen in Belgische handen, en werd het hoogste punt van België verplaatst van Baraque Michel (672 m) naar Botrange (694 m), zo’n 3 km zuidoostwaarts.

Door de nieuwe grens kwamen enkele stukken Duits grondgebied geïsoleerd te liggen binnen België. Deze werden Duitse enclaves (of exclaves, afhankelijk van het perspectief).

Op 18 mei 1940, vóór de overgave van België, lijfde Hitler de Oostkantons in bij het Derde Rijk, zonder enige reactie van de Belgische regering. Op 21 september 1941 werd de Duitse nationaliteit aan de bevolking opgelegd, met als gevolg dat mannen van 18 jaar en ouder werden opgeroepen voor de Wehrmacht. In totaal werden 8.000 mannen uit de Oostkantons gemobiliseerd, van wie de meesten naar het Oostfront werden gestuurd. Van hen keerden er 3.200 niet terug.

In 1943 richtte de Wehrmacht bij de ingang van het Veen, in Sourbrodt, een kamp in voor krijgsgevangen soldaten van het Rode Leger. Op deze plek herinnert vandaag het Russisch Kruis aan deze tragische episode.

Na de Tweede Wereldoorlog ontstond een aanzienlijke discussie over de status van de Oostkantons, die tijdens de oorlog door nazi-Duitsland waren geannexeerd. Deze gebieden, bestaande uit Eupen, Malmedy en Sankt-Vith, waren oorspronkelijk in 1920 aan België toegewezen na de Eerste Wereldoorlog. België erkende deze annexatie niet en beschouwde haar als onwettig.

De Belgische regering stelde dat de annexatie geen rechtsgrond had, aangezien deze nooit door het Belgische parlement was goedgekeurd. Juridisch gezien bleven de inwoners van de Oostkantons dus Belgen, ondanks het feit dat ze op 23 september 1941 de Duitse nationaliteit kregen opgelegd. Dit leidde ertoe dat Belgische autoriteiten na de oorlog juridische stappen ondernamen tegen collaborateurs in deze regio. In totaal werden meer dan 15.000 dossiers geopend, maar de meeste processen werden uiteindelijk geseponeerd.

Officieel zijn er nog steeds vijf stukken Duits grondgebied die door de Belgische spoorwegbedding van de rest van Duitsland zijn afgesneden.

Links: de rode lijn geeft het Belgische traject van de Vennbahn in Duitsland weer. Rechts: de stukken Duits grondgebied die door de Vennbahn als enclaves in België worden gevormd.